Hallo. Aangezien het clubblad voor twee weken is, sta ik mij de uitgebreide versie van een verslag toe. Dan heeft u volgende week ook wat te lezen.
Na twee weken afwezigheid kon ik eindelijk weer mee de wei in. De weide lag deze zaterdag in Mussel, en m’n Mini zag die rit niet zitten. ‘Bekijk het maar!’ liet ie me donderdag weten, en plots sleepte ik de gehele A28 Julianaplein Groningen – Beilen mijn uitlaat mee over het asfalt. Leek als ik ben, stopte ik niet. Ik hoorde alleen wat meer lawaai, maar ik reed nog, dus waarom stoppen? Pas op de oprit van m’n ouders zag ik de uitlaat er los onder hangen. ‘Nou, dan weet ik dat ook weer voor de volgende keer.’
Mussel heette Dennis welkom met twee schiere kantinedames, of zoals ik dat iemand hoorde zeggen: ‘Ze hebt een mooi keutelbakkie.’ Je hebt ze der bij. Er waren deze zaterdag enkele teamgenoten afwezig, en er waren teamgenoten aanwezig die dat niet van zichzelf wisten. Ja, die zin klopt. Zoals altijd werden er grapjes gemaakt, daar kom ik op terug. Nu was het tijd om serieus te zijn. Zoals Ronald, de trainer van het eerste elftal, op het sportpark al zei: ‘Ook al moet je tegen de nummer laatst, het kan altijd verkeren.’
De eerste helft ving aan, en BAM vlak voor rust werd het 0-1. De keeper van Mussel vond me aardig, en speelde mij de bal aan zodat ik langs hem kon lopen om te scoren. Rust. Er waren weinig memorabele quotes deze dag van Wilmer. Zijn aanwezigheid was al een glimlach waard. De tweede helft kon Edwin het veld betreden dankzij chauffeur Niek (blessure) die hem had opgehaald uit Ter Apel, waar Edwin als coach van de dames drie punten had weten te halen. Ook Sjakie betrad het veld, en Dennis werd bij de kantinedames weggeplukt. Mennen gaf de vlag aan Maarten, en Anne versterkte de gelederen. ‘Hoe ging welk doelpunt ook alweer? En wie hebben er allemaal gescoord??’ Ik zeg ‘allemaal’ inderdaad, want de tweede helft ging van een leien dakje. Ik verklap u alvast dat we minstens twee keer zoveel scoorden als in de eerste helft. ‘Dat kun je teruglezen in de groepsapp!’ werd me in de kantine vertelt. 15.39uur – Marijn scoorde op een assist van Sjakie. 15.43 – Sjakie scoort uit assist op zichzelf? 15.53 – Alfons scoort (geen flauw idee meer hoe, ik schrijf het verslag op de dag na Koningsnacht&dag), waarschijnlijk uit een assist van Sjakie.
Even later stoomden de gebroeders Roijinga op vanaf het middenveld. De defensie van Mussel zag het gevaar aankomen met lede ogen. Als spits stond ik op het scherpst van de buitenspelsnede, en vroeg me af wat Edwin met de bal zou doen. Er waren zoveel mogelijkheden. Vol verwachting klopte mijn hart, zou ik hem krijgen? Kreeg Sjakie hem? De Beer dan misschien? Iedereen stond paraat om de bal te ontvangen, de gretigheid spatte ervanaf. ‘SPannend!’ riep ik uit! Ik hield het niet meer. Edwin zag iedereen, maar gunde het zijn broertje het meest. Dennis ontving de bal, en wist al wat hij wilde doen. Een vlammend schot miste helaas doel.
15.57 – Edwin scoort: Sjakie is er weer eens vandoor op links, geeft voor, Alfons pikt op rond de zestien, passt in één keer op Edwin. Hij neemt aan, bekijkt het doel, drinkt een slok water, bekijkt nog even de dames uit de kantine, en peert hem op z’n Bartjes binnen. Twee minuten later scoort Sander de Beer zijn eerste van de middag op een assist van (hoe kan het ook anders) Sjakie, en hoppakee, even voor tijd weet de Beer ook zijn tweede van de middag te scoren. Hij was een blij ventie. Ondertussen had een speler van Mussel het veld verlaten wegens ademhalingsproblemen. Wat de klachten precies waren, was achteraf niet geheel duidelijk in ons kamp. Men haalde dure woorden door elkaar: epilepsie of hyperventileren. We hopen dat hij het goed maakt, maar gezien de reacties van zijn teamgenoten moest dat wel goed komen.
Dan nu een grapje. Alfons rijdt, Anne drinkt uit zijn fles, Alfons remt, Anne knoeit bier.
Er loopt een mooie jongedame de kantine binnen, en gaat aan de bar zitten. Dit zou het begin van een mop kunnen zijn, maar ze zat er echt, en als stokstaart apen richtte elke man zich op in haar richting. ‘Wie is dat?’ galmde het vanaf elke tafel. De kantine, waar de avonturen hun oorsprong vinden! De bitterballen zagen er vandaag helaas een beetje pips uit, en de herder verliet de kantine gelukkig niet voor hij een knuffel uitdeelde. De Beer had deze dag wel een beste quote: ‘Moederliefde is een goede bodem koken, zodat haar zoon gezond thuis komt.’ Volgende week spelen we thuis tegen HHC, en als supporter bent u van harte welkom. Deel in de vreugde en plezier, kom in ieder geval rond kwart over vier.