Eerlijk zullen we alles delen, WVV wat meer goals dan wij. Zoals dat in een seizoen gaat, kom je een tegenstander twee keer tegen. Wij wonnen de eerste partij, zij de tweede. Eerlijk werden de punten verdeeld.
Achteraf kan ik in alle rust beschouwen, dat is makkelijk. Maar als je in het veld staat en machteloos aan het verliezen bent, kan pacifisme me gestolen worden. De eerste wedstrijd hadden wij thuis met 6-3 van deze gasten gewonnen. Toen tegen duidelijke tweede elftal spelers: net iets teveel kilo’s aan de haak, twee tanden langzamer, te licht bevonden als ze snel waren, goed in Fifa, maar geen reet snappen van’t spel. Je kent ze wel. Destijds liepen wij lichtvoetig te zegevieren, ditmaal lagen wij te worstelen in de rodondendrons. Ze hadden een machtig goede trainer daar. Acht tegen één aan de kont krijgen haalt niet het beste in ons naar boven. Maar Ruben sprak opbeurend: ‘Ze smaken er niet minder om.’ Ik moest er eerst drie proeven voor ik hem daar gelijk in kon geven.
Rick was vandaag de uitblinker voor mij, als daar sprake van was. Hij was de man die terug reed om de halverwege Winschoten vergeten shirts op te halen. Hij maakte speciaal een omweggetje om zijn ‘Driede elftal polo’ op te halen om niet te hoeven trakteren op bitterballen. En bij zijn invalbeurt in de tweede helft, was hij het die liet zien hoe je strijd. Als hij een man te pakken had, had hij em te pakken en konden ze het niet meer navertellen. Hij coachte positief, probeerde voortdurend het moraal op te monteren. Zelfs na de wedstrijd offerde hij zich als een harlekein op om de trieste sfeer een glimlach te geven. Een fantastische inzet toonde hij aan het zaterdaglicht. Tussen mijn frustrerende overpeinzingen door, was hij het die tot me doordrong. Van die man kon ik nog wat leren.
Het is altijd maar de vraag wat ik in zo’n verslag neerpleur. Vergeet het maar dat ik de nederlaag uitgebreid beschrijf. Of meega in klaagzangen. Liever quote ik Sjakie zijn grap (geleend van Theo Wesselo, van Rembo&Rembo) over Jan Smit: ‘Jan Smit komt bij de dokter en zegt – dokter ik heb zo’n last van m’n linker dikke teen, mijn hoofd jeukt, ik heb een druiper, en ik heb een splinter tussen m’n aambeien. Pfieuw zucht de dokter het uit, ik dacht al dat je kwam zingen.’ – Einde –
Alfons Pot.