Het Driede vs Mussel – tjek
Een nieuwe zaterdag, de competitie is aangebroken, we bent los van de kette! Als jonge hondjes dartelden we door de wei. Elke grasspriet werd besnuffeld, we plasten om de beurt in elke hoek van het veld, kwispelden met onze staarten, en renden uit gekkigheid het veld op en neer. Door het dolle heen waren we! Één van de kontjes die niet besnuffeld kon worden, was die van Koskamp. Hij herstelt van zijn operatie in het Umcg, waarbij we hem sterkte wensen!
De tegenstander was Mussel, en hun laatste man wist mij te vertellen dat bijna de gehele ploeg uit A-junioren bestond, een vijftal dertigplussers vulde hen aan. ‘Er is namelijk een senior team bij ons verdwenen.’ ‘Oh.’ De scheids floot, de minuut stilte was begonnen. Met respect en in herinnering aan Henk Smit.
Vervolgens ving de partij aan. Jan Willem had ons van tevoren geïnstrueerd: ‘Kalm an jongens, kijk de boel eerst maar even aan voor je druk zet.’ Dovemans oren. We waren immers dolle honden, driest vlogen we over de sprieten! De eerste twintig minuten leverde dit aardig spel van onze kant op. Sjakie brak door op links, vond rechtsvoor Sander, welke met één voetbeweging een puike pass op Marijn gaf bij de twee paal, en Marijn schoof hem beheerst binnen. We werden nog doller! Energie werd verspild, en nonchalance trad op. De tegenstander deed z’n werk, en profiteerde van enige onervarenheid in de verdediging. Gelijkstand. We moesten ons weer concentreren. Voor rust werd er orde op zaken gesteld. Sjakie onderschepte de bal, zag met tegenzin een ruimte voor hem liggen, maar snelde er toch in. Het zette hem vrij voor de keeper, en beheerst rondde hij in de korte hoek af. Pfieuw we konden weer een beetje op onze lauweren rusten. Al die dolheid was vermoeiend. De tegenstander wilde wel, en speelde het spel met een gedachte. Dat mag ook wel eens gezegd. Soms dacht ik niet na, en dan vond ik mezelf weer terug voorin rennend. Sjakie hoorde me roepen, en passte no-look. Er rende een tegenstander met me mee, maar met een schijnschot, wist ik hem uit te kappen, ik mocht alleen op de keeper af, begon na te denken: ‘ Hij gaat vast liggen, ik lob hem….’ recht in zijn handen. Verdikkie. Rust, jeuj!
Jan Willem bekeek onze afgepeigerde gezichten, lachte, en sprak: ‘Ja, dat hebben jullie aan jezelf te danken.’ Hij herhaalde zijn tactisch advies, en voerde enkele wissels door. Dennis wilde niet meer zoveel rennen als back, Michel wel. Rick maakte zijn seizoensdebuut. Edwin betrad het veld, Sander had zijn werk gedaan. Anne en Wilmer vervingen respectievelijk Wesley en Sebas. Volgens mij verliep het zo, maar pin me er niet op vast. De tweede helft luisterden we goed naar Jan Willem zijn advies, en lieten Mussel op hun helft het spel maken. Oeps, daar lag een man op de grond. Rick zei dat hij de bal had. De scheids was onverbiddelijk. Frans behoefde geen muurtje, hij ving de bal zo ook wel. Met Edwin als verdedigende middenvelder, en Marijn als aanvallende, vonden we meer wegen naar het doel. Anne stak bijvoorbeeld tussendoor de zestien in, en met zijn eerste balcontact stuitte hij op de keeper. Later was hij weer in de zestien dichtbij, hij was een gevaarlijk man. Het duurde voor het gevoel wat lang (als je niet scoort, kan het zo omslaan), maar de derde goal kwam er! Edwin was heel attent op een afgeslagen bal binnen de zestien en batste die bal zo in’t doel. Jeuj. De vierde kwam ook van Edwin zijn voet. Hij sneed mooi tussen de linies door, de steekbal kwam in zijn loop met een stuiter, en zonder te kijken, met zijn rug naar het doel, schoot hij de bal in één keer uit de draai, over de keeper in de verre hoek! Technisch fantastisch, en voor de toegestroomde fans leuk om te zien. Applaus, klap klap! ‘Zo moet het Alfons!’ riep men vanaf de zijkant. Ik had daarvoor namelijk ook één kans om zeep geholpen. Ok ok…duuzenden kansen. Onze scoringsdrift had bloed geroken, en wilde meer. De meegereisde fans werden beloond. Sjakie ontving de bal op links, ik kruiste, hij snapte, ik hakte, hij ontving, schoot met rechts, geblokt! Goed verdedigd, maar daar was Edwin weer, BAM, geblokt! Potverdorie. Hij kwam voor mijn voeten, en ik dacht, bekijk het maar, ik probeer het lobben nog een duuzendéénste keer, en verrek hij zat. Vijf tegen één.
TOEN (tromgeroffel) dames en heren, was de gifbeker nog niet leeg voor Mussel, en we kregen een penalty. Toen de penal gegeven werd, stond één man op. De vogels begonnen spontaan aria’s te vertolken. De wolken verdwenen, de zon brak door. De wereld stond even stil. Één man doemde op uit de kruitdampen. Oorverdovend applaus blies ons van het veld. Het was Anne, mano a mano tegen de keepero! Geen van tweeën blikte of bloosde. Anne snoof een keer, spoog in zijn handen, en keek er vies naar. De keeper zat met z’n wijsvinger onder z’n oog, en wees naar de linkerhoek. De vogels hielden hun adem in. De scheids bracht de fluit naar de mond, blies, en 5 seconden later vielen er vijftig vogels dood uit de bomen. Anne had ze allemaal met één schot geraakt. Zij tjilpten nooit weer. De scheids floot, Mussel werd bedankt, ik hoop dat ze niet te veel spinazie eten, anders kan het uit best lastig worden. De derde helft brak aan, de sponsor had Berjon wederom als afgevaardigde gestuurd. Iedereen lachte (zoals Wesley op onze teamfoto), behalve één man. Hij zat verstopt in de kruitdampen. Zijn ongeschonden reputatie van 15 ongemiste penalty’s had hij aan de wilgen achter het doel gehangen. Men zoekt de bal nog steeds.